Voor mantelzorgers Zorgbedrijf Antwerpen

Mensen met dementie krijgen te maken met geheugenstoornissen die steeds ernstiger worden, met veranderd gedrag en veranderingen in hun karakter. Ze zijn daardoor ’s nachts ook vaak onrustig. De partner en/of mantelzorger kan hierdoor sterk onder druk komen. Hoe kan je hiemee omgaan en de nachtrust van iemand met dementie ondersteunen?

Heel vaak gaat dementie samen met slaapstoornissen. Door het ziekteproces verandert er heel wat in de persoon zelf. Het geheugen wordt langzaam aangetast. Zo kan iemand met dementie opstaan om naar het toilet te gaan en de weg niet meer terugvinden of vergeten dat die aan het slapen was. Ook honger, dorst of pijn kunnen de slaap verstoren. Als je voor iemand met dementie zorgt en ook ’s nachts in de buurt bent, wordt ook uw nachtrust verstoord. Mantelzorgers slapen vaak te weinig: ze begeleiden het nachtelijk toiletbezoek, ze slapen op één oor om waakzaam te blijven, iemand met de dementie kan ’s nachts gaan ronddwalen… En dan is er nog de fysieke en emotionele belasting waardoor mantelzorgers minder goed slapen.

Een avondritueel helpt bij iedereen om de nacht rustig in te zetten. Dat is voor mensen met dementie niet anders. Sommige factoren verstoren daarentegen de nachtrust. je kent de persoon voor wie je zorgt best. Vraag je af wat er voorafging aan een slechte nacht of noteer het eventueel kort. Zie je dezelfde dingen terugkomen? Probeer die dan te vermijden. Doe dat rustig aan: probeer één ding per keer en verander niet te veel tegelijk.

Een prikkelarme en stressvrije omgeving (licht, geluid, temperatuur, geur…) is belangrijk om rust te creëren. Dagelijkse gewoontes, zowel een beker melk voor het slapengaan, kunnen een rustig avondritueel ondersteunen zodat iemand rustig en op een vertrouwde manier kan gaan slapen.

Een goede slaaphygiëne bij mensen met dementie

Hou min of meer vaste tijdstippen aan om te gaan slapen en op te staan.
Ga in de ochtend in fel daglicht zitten.
Kom overdag buiten of ga in het daglicht zitten: zeker in de latere namiddag, zonder zonnebril, heeft daglicht een positief effect.
Beperk dutjes overdag tot een halfuur in de late ochtend of in het begin van de namiddag.
Beweeg regelmatig.
Breng niet te veel tijd door in bed.
Eet een lichte snack (bv. glas melk, sneetje brood) vooraleer u naar bed gaat.
Vermijd cafeïne, tabak of alcohol na het avondeten en beperk het drinken ’s avonds om te voorkomen dat je ’s nachts moet opstaan om naar het toilet te gaan.
Raak je echt niet in slaap? Sta dan even op en ga nadien weer slapen.
Probeer lawaai en licht tijdens de nacht zo veel mogelijk te vermijden.